Door: Klassiek Liberaal
1 juli 2021 is de deadline voor de RES 1.0; alle regio’s moeten dan hun regionale energiestrategie hebben vastgesteld. Dat gaat niet zonder slag of stoot; nu de plannen concreter worden, neemt de weerstand tegen deze plannen toe onder bevolking en gemeenteraden (zie de noten [1-14] voor een bloemlezing uit de recente pers).
Als oorzaak voor deze weerstand kunnen we een aantal redenen aanwijzen, waarvan de belangrijkste zijn:
- de decentralisatie van overheidstaken, waarbij er steeds meer taken bij de gemeenten komen te liggen;
- de indeling van ons land in min of meer arbitraire regio’s;
- het proces dat tot het klimaatakkoord leidde en de keuzes die daar gemaakt zijn.
Wij roepen op om pas op de plaats te maken met de RES en flexibiliteit in te bouwen in het systeem. Dat kan ook prima, zo heeft U16 (16 samenwerkende Utrechtse gemeenten) uitstel gevraagd. [15] Het knelt dat regio’s niet mogen samenwerken, of dat meer wind op zee, of het bijbouwen van een kerncentrale ergens, niet tussen regio’s kan worden “uitgeruild”, bijvoorbeeld door minder wind op land te plaatsen. Ook de werkingshorizon (tot 1-1-2030) is arbitrair gekozen en niet dienend aan het doel: het snel verminderen van onze CO2 uitstoot.
Decentralisatie: vertegenwoordigende democratie onder druk
De vertegenwoordigende democratie staat onder druk, zo bleek in het Kamerdebat van 25 mei 2021 met minister Ollongren [16]. Het aantal taken die de gemeenten toebedeeld krijgen is de laatste twee kabinetsperioden sterk gestegen: Jeugdzorg, Ouderenzorg, en recent ook het Klimaat. Het probleem daarbij is dat gemeenten over onvoldoende kennis, capaciteit en geld beschikken om hun taken goed op te kunnen pakken.
Wat de zorgtransitie betreft leidde tot door gemeenten aangegane regionale samenwerkingsverbanden, een “vierde bestuurslaag” tussen gemeenten en provincies in, waar vaak besluiten genomen worden die niet of nauwelijks te controleren zijn door gemeenteraden. In de energietransitie is de regionale samenwerking een opgelegde verplichting.
Minister Ollongren zoekt de oplossing in wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen [17], maar vindt daarbij zowel de Raad van State als een groot deel van de Kamer, zowel links als rechts, tegen zich: het is “symptoombestrijding” en “lost de achterliggende problemen niet op”. Die problemen kunnen samengevat worden als de decentralisatie paradox: de politiek is na overdracht van de vele taken aan gemeenten niet dichterbij de burger gekomen, maar verder van hen verwijderd geraakt.
Regionale Energiestrategie: heeft de gemeenteraad het laatste woord?
In het Klimaatakkoord zijn afspraken gemaakt over de hoeveelheid stroom (TWh = miljard kilowattuur) die op land per jaar moet worden opgewekt met zonneweiden en windparken. Vervolgens is Nederland in 30 regio’s opgedeeld, die elk hun eigen “opgave” (productie van een bepaald aantal TWh per jaar) toebedeeld kregen.
Omdat deze regio’s geen staatsrechtelijke status hebben, zijn zij niet gebonden aan landelijke doelen, zo legt mr. dr. Jan R. Lunsing uit in de NRC van 25 september 2020. [18] Ook hoogleraar Douwe Jan Elzinga, spreekt in VNG Magazine [19] uit dat de kans “levensgroot” is dat gemeenteraden buitenspel worden gezet en dat de RES bij hen “door de strot geduwd wordt”.
Gemeenteambtenaren en raadsleden gaan op cursus “omgaan met maatschappelijke weerstand” [20-22], soms zelfs gesponsord door het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie. Onlangs is in Alphen aan den Rijn uitgekomen dat de vragen van een enquête over windmolens manipulatief waren, om de goede uitkomsten te krijgen. [23] Zo krijgen raden en burger daadwerkelijk het idee dat hen iets “door de strot geduwd” wordt.
Regio’s hebben de neiging om windturbines aan hun grenzen te plaatsen. Dat levert dan weer veel discussie op met de aan die regio grenzende gemeenten. Amsterdam en de molens bij IJburg zijn daar een goed voorbeeld van [24-26].
Maar ook binnen regio’s worden felle discussies gevoerd. Burgers maken zich zorgen over gezondheidsaspecten van windturbines in de buurt en raken in de war over afstandsnormen tot huizen, die door rijk en provincie verschillend gehanteerd worden. [27]
En ondertussen dendert de RES-trein voort, zonder te stoppen. Kortom: het rijk geeft de gemeenten naast te weinig middelen ook te weinig tijd om met lokaal afgestemde plannen te komen, en de gemeenteraden te weinig tijd om een gedegen democratische controle uit te voeren op deze plannen. [28]
De democratische legitimatie van de RES was al problematisch: keurig binnen twee gemeenteraadsverkiezingen gepland en de door corona maatregelen beperkte mogelijkheden om goede inspraak avonden te organiseren was geen reden om het RES proces te wijzigen.
Weeffouten in het Klimaatakkoord
Geen evenredige democratische vertegenwoordiging
De deelnemers aan de Klimaattafel Elektriciteit bestonden uit vertegenwoordigers van stroomleveranciers, vakbonden, NGO’s als Greenpeace, netbeheerders, de TU Eindhoven, waterschappen, EZK en de VNG. [29]
De bevolking is niet in een vroegtijdig stadium betrokken. De NGO’s vertegenwoordigen slechts de mening van een klein deel van de bevolking, net zoals de VNG geen vertegenwoordiging is van de Nederlandse gemeenteraden als het om regionaal spelende zaken gaat. Dit heeft de kiem gelegd voor het ongenoegen dat er nu lokaal leeft, zowel bij burgers als politici.
Iedere regio bedruipt zichzelf: waarom eigenlijk?
Niet iedere regio is hetzelfde. De Betuwe is bekend om haar fruit, de Botlek om haar petrochemie, en de Veluwe om haar natuurschoon. Kaas komt uit Gouda, of uit de Beemster. Maar stroom dan? Volgens het klimaat akkoord moet iedere regio zijn eigen broek ophouden. “Klimaatneutraal”, heet dat ook wel. Maar wat is daar de gedachte achter? Een regio wil toch ook niet tomaatneutraal zijn, d.w.z. dat alle tomaten gebruikt in een regio in die eigen regio geteeld zijn? Waarom zou dat met kilowatturen wel moeten?
Het is een gemiste kans dat de transitie (lees: de inrichting van ons land) niet op nationaal niveau is bekeken, maar aan regio’s is toebedeeld. Op landelijk niveau is de ruimtelijke ordening veel beter te optimaliseren, dan dat we regio voor regio ons landschap aan het verprutsen zijn.
Sterker nog: Nederland had Euregionaal moeten denken. Dat ieder land een eigen koers kiest, brengt de burger in verwarring. Waarom zouden de Nederlanders “van het gas af” moeten, terwijl de Duitsers subsidie krijgen om “er aan te gaan”? Diverse Europese landen bouwen kerncentrales, terwijl Duitsland ze sluit, en andere landen onder druk zet om hetzelfde te doen. Een aanpak waarbij Europese landen kunnen samenwerken, en Nederland bijvoorbeeld investeert in een in Frankrijk te bouwen kerncentrale, en daarom niet dorpen hoeft te ontsieren met 240 meter hoge windturbines, zal een meerderheid van de kiezers aanspreken.
Ook is het een gemiste kans dat in de RES zonne-energie per se grootschalig moest zijn. Er is veel weerstand tegen zonneweiden, terwijl men dezelfde opbrengst kan bereiken door een voldoende aantal particulieren en bedrijven een zelfde aantal zonnepanelen op hun daken te laten leggen, wat algemeen geaccepteerd wordt.
1-1-2030 “valt het bijltje”: waarom eigenlijk?
Er zijn in EU-verband afspraken gemaakt over CO2-besparingen, en het percentage “hernieuwbaar” in de Nederlandse energiemix in 2030. En ook zijn er afspraken gemaakt over 2050. Vervolgens is die tijdshorizon van 2030 allesbepalend gebleken in het proces wat tot het klimaatakkoord leidde.
Hierdoor is niet technologie-neutraal gewerkt: alles wat niet stroom kon produceren op 1-1-2030 is buitengesloten en daarom is er alleen op biomassa, wind- en zonne-energie ingezet. En wellicht krijgt binnenkort waterstofproductie een plek. Vooral voor de ontwikkeling van geothermie en kernenergie heeft dat slecht uitgepakt. Klimaatvoorman Ed Nijpels heeft vaak uitgesproken dat “… het regeerakkoord geen ruimte voor kernenergie (inclusief thorium) [biedt] … kerncentrales kunnen op zijn vroegst pas over 25 tot 30 jaar opgeleverd worden, te laat om aan de doelen van Parijs te voldoen. [30] Overigens wordt deze “komt te laat” drogreden al sinds 1972 gebruikt. [31]
Interessant is dat ook de waterstofeconomie er in 2030 nog lang niet zal zijn, maar dat daar het “komt te laat” argument niet wordt gebruikt. Ook voor extra wind en zon geeft het niet als het wat jaren langer duurt, getuige dit recente artikel: “De stuurgroep wijst op de noodzaak zo snel mogelijk te beginnen met het opschalen van de plannen want, zo schrijft ze, „doorlooptijden voor de elektrificatieketen zijn lang, de ambities voor 2030 vormen een tussenstap op weg naar 2050””. [32]
De waarheid is dat er veel meer meters gemaakt hadden kunnen worden als er een twee sporen beleid was opgestart in het klimaatakkoord: één spoor dat zich richtte op de doelen in 2030, en een ander spoor dat gericht was op de doelen voor 2050, zoals het CO2-vrij maken van het vervoer, de industrie, en de verwarming van huizen en kantoren. Dan hadden alle technieken, ook die met een langere aanlooptijd, een faire kans gehad om hun bijdrage te leveren aan de energietransitie.
RES in de praktijk
De stroom in Nederland moest “groen” worden, en alleen zonne- en windenergie kon daarvoor gebruikt worden. In de begintijd buitelden de gemeenten over elkaar heen in de haast om elkaar te overtoepen: de een wilde nog eerder “klimaatneutraal” worden dan de ander. Nu duidelijk wordt wat het bod dat toen gedaan werd in de praktijk inhoudt, ziet men in de regio’s er toen aan belijdenispolitiek is gedaan, die in de praktijk niet waar te maken is, zonder grote offers.
Maar de gemeenten waren al in het pak genaaid. Nee zeggen was geen optie meer, want het waarmaken van de onrealistische ambities was tot een Principe verheven. De provincie vertelt de gemeenten dat het nu eenmaal “moet van het Rijk” en de gemeenten vertellen hun burgers dat het “moet van de Provincie”. Burgers en Gemeenteraden staan machteloos, en onmacht leidt tot boosheid. De burger wordt pas betrokken als er een plan (vergunningsaanvraag) ligt, en dan is het te laat om serieuze invloed uit te oefenen op dat plan. Het is niet voor niets dat het NCTV waarschuwde voor geweld rondom het bouwen van het windpark bij de N33. De actiebereidheid is, zeker in agrarisch gebied, alleen maar toegenomen, zie “Farmer’s Defense Force” en de opkomst van de BoerBurgerBeweging (BBB) in de politiek. De weerstand richt zich op landschapsontsiering door windturbines, maar vooral ook op het vervangen van agrarisch gebied door zonneweides.
RES praktisch uitvoerbaar?
De keuze om over te gaan van een paar grote (kolen- en) gascentrales naar zeer veel kleinere productiepunten van zonne- en windenergie betekent niet alleen dat we ons systeem moeten inregelen op weersafhankelijke stroomproductie, maar ook een grote verbouwing van ons stroom distributienetwerk, waar TenneT tientallen miljarden aan gaat uitgeven in de periode tot 2030. De kosten daarvan worden omgeslagen over de consumenten van stroom.
Dit probleem, waar wij zelf voor hebben gekozen, uit zich op dit moment in problemen in de uitvoer van de plannen. In veel regio’s van het land heeft het net niet de capaciteit om de geproduceerde stroom op te nemen. Vooral voor particulieren en kleinere ondernemers met plannen voor zonnecellen op hun daken is dat een probleem. Terwijl dit soort kleinschaliger initiatieven er juist toe kan leiden dat er minder weilanden bedekt hoeven te worden met zonnepanelen.
Oproep
Gelet op het bovenstaande roepen wij op om pas op de plaats te maken met de RES en flexibiliteit in te bouwen in het systeem. Het knelt dat regio’s niet mogen samenwerken, of dat meer wind op zee, of het bijbouwen van een kerncentrale ergens, niet tussen regio’s kan worden “uitgeruild”, bijvoorbeeld door minder wind op land te plaatsen. Ook de werkingshorizon (tot 1-1-2030) is arbitrair gekozen en niet dienend aan het doel: het snel verminderen van onze CO2 uitstoot. Daarom dient er een twee sporen beleid te komen dat zowel zorgt dat de doelen voor 2030 als die voor 2050 gehaald worden.
Noten
[ 5] https://www.leidschdagblad.nl/cnt/dmf20210525_66491469
[ 6] https://www.dvhn.nl/groningen/Worstelen-met-zon-en-wind-26839425.html
[10] https://lokaalgelderland.nl/artikel/11698/geen-windmolens-bij-eefde-gemeente-is-niet-blij
[12] https://www.parool.nl/amsterdam/oostzaan-tegen-plannen-windmolens-aan-de-noorder-ijplas~bc3e4eba/
[13] https://degouda.nl/heibel-in-de-res-regionale-energie-strategie-midden-holland/
[16] FD, 28 mei 2021, Het ‘dubbel democratisch tekort, waar in Den Haag amper over wordt gesproken (zie https://fd.nl/economie-politiek/1385504/het-dubbel-democratische-tekort-waar-in-den-haag-amper-over-wordt-gesproken-k4e1calkMCre)
[17] Zie
[19] https://vng.nl/artikelen/door-de-strot-geduwd-douwe-jan-elzinga-over-de-res
[21] https://www.energieregiomre.nl/nieuws/1953191.aspx
[22] https://www.aanmelder.nl/125631/subscribe
[24] https://www.geenwindmolensinlandsmeer.nl/A10
[25] https://www.parool.nl/amsterdam/weespse-wethouder-stapt-op-na-onenigheid-windmolens~b3f8cb53/
[26] https://zaanstad.nieuws.nl/actueel/68028/verzet-groeit-tegen-windmolens-bij-noorder-ijplas/
[29] https://www.klimaatakkoord.nl/organisatie/sectortafels/elektriciteit
[30] https://energeia.nl/energeia-artikel/40069406/nijpels-volledige-elektrificatie-is-hoofddoel