De huidige chaos rondom box 3 dreigt verder uit de hand te lopen. De recente voorstellen van staatssecretaris Van Oostenbruggen om het forfaitaire rendement verder te verhogen, zijn juridisch onhoudbaar, economisch schadelijk en in strijd met de uitgangspunten van de VVD. De verkeerde reflex bij tegenvallende opbrengsten De kern van het nieuwe voorstel is dat de staat het fictieve rendement in box 3 met 1,78 procentpunt wil verhogen. Daarmee probeert men €2,55 miljard aan gemiste belastinginkomsten op te vangen, die het gevolg zijn van uitstel van een werkelijk rendement-gebaseerd systeem.
Maar wat gebeurt hier feitelijk? Als de werkelijke rendementen van beleggers lager zijn dan verwacht, mede door de rampzalige huurwet van Hugo de Jonge, verhoogt de overheid het fictieve rendement op papier. Dit is niets minder dan een straf op sparen en beleggen. Het gevolg? Beleggers trekken zich terug, verkopen woningen, en sparen wordt nog minder aantrekkelijk. En raad eens? Als het daadwerkelijke rendement verder daalt, zal de belastingdruk nog hoger worden. Dit vicieuze cirkeltje is niet alleen economisch destructief, maar ook juridisch een doodlopende weg. De Hoge Raad heeft in 2021 al vastgesteld dat het huidige forfaitaire systeem in strijd is met het eigendomsrecht. Het idee dat de belastingdruk dan maar omhoog moet om hetzelfde op te brengen, is het failliet van rationeel beleid.
Spin: doorzichtige politieke framing
De staatssecretaris beweert dat lagere inkomsten uit box 3 zouden betekenen dat werkenden de rekening betalen. Dit is pure politieke framing. Er zijn tal van mogelijkheden om de lagere opbrengsten te compenseren. Neem bijvoorbeeld de uitgaven aan asielbeleid, die oplopen tot €9,5 miljard per jaar. Een besparing van slechts 20% op deze uitgaven zou al meer dan voldoende zijn om het zogenaamde tekort op te vangen. Dit is geen keuze tussen werkenden en spaarders, dit is een onnodig gecreëerde tegenstelling De gevolgen van het huidige beleid Het huidige beleid veroorzaakt een leegloop uit box 3. Beleggers zoeken hun toevlucht in buitenlandse structuren of vluchtroutes via bv-constructies. Particuliere woningverhuurders verkopen massaal hun huurwoningen, wat de toch al krappe huurmarkt verder onder druk zet. Volgens het CBS verdwenen vorig jaar al 12.000 huurwoningen uit de markt, en dat aantal zal alleen maar stijgen. Uiteindelijk betaalt de samenleving de rekening: huurders, starters, en werkenden die de gevolgen moeten dragen van dit falende beleid.
1. De realiteit: een belasting op werkelijk rendement komt pas in 2028
Het kabinet heeft aangegeven dat een belastingstelsel op basis van werkelijk rendement niet eerder dan 2028 kan worden ingevoerd. Tot die tijd zitten we opgescheept met een box 3-stelsel dat leidt tot: • Tienduizenden juridische bezwaren, die de Belastingdienst niet aankan; • Een groeiend wantrouwen bij spaarders en beleggers die belast worden op basis van fictieve cijfers; • Liquiditeitsproblemen voor belastingplichtigen met investeringen in vastgoed en beleggingen. Als liberale partij wijzen wij een vermogensbelasting principieel af, maar wij zijn ook verantwoordelijk. Het is aan de VVD om een pragmatische tussenoplossing te bieden die recht doet aan de realiteit en de chaos beperkt.
2. Een tijdelijke en realistische tussenoplossing
Voorstel: 1. Spaargeld: Belast op basis van werkelijk rendement tegen het huidige tarief van 36%.
o Hoewel de spaarrentes variëren, is voor de berekening voorlopig uitgegaan van een gemiddeld rendement van 1% in 2024.
o Belastbaar spaargeld (na vrijstellingen): €306 miljard.
o Belastbaar rendement: €3,06 miljard.
o Opbrengst bij 36%: €1,10 miljard.
2. Overig vermogen (vastgoed en beleggingen): Tijdelijke directe vermogensbelasting van 0,5%, gebaseerd op een impliciet rendement van 1,39%.
o Belastbaar vermogen (na vrijstellingen): €714 miljard.
o Vermogensbelasting: €714 miljard × 0,5% = €3,57 miljard.
Totale tijdelijke opbrengst box 3:
• Spaargeld: €1,10 miljard.
• Overig vermogen: €3,57 miljard.
• Totaal: €4,67 miljard.
3. Waarom dit voorstel nu nodig is 1. Juridisch houdbaar:
o Spaargeld wordt belast op basis van werkelijke rendementen, wat volledig in lijn is met de uitspraak van de Hoge Raad.
o De vermogensbelasting van 0,5% is proportioneel en komt overeen met een impliciet rendement van 1,39% bij een tarief van 36%. Dit is haalbaar en redelijk.
2. Minder bezwaarschriften:
o Door realistische uitgangspunten verdwijnen de gronden voor massale bezwaren. Spaarders betalen belasting op hun daadwerkelijke rendement, en de belastingdruk op overig vermogen is proportioneel. 3. Verantwoordelijk en tijdelijk:
o Deze oplossing is nadrukkelijk een tussenstap richting het uiteindelijke doel: een belasting op werkelijk rendement in 2028.
o Het voorkomt verdere chaos bij de Belastingdienst, stabiliseert de inkomsten en geeft burgers duidelijkheid. 4. In lijn met VVD-principes:
o Wij beschermen eigendom en hechten aan een eenvoudige, rechtvaardige belastingheffing.
o Hoewel een tijdelijke vermogensbelasting niet ideaal is, kiezen wij hiermee voor verantwoordelijkheid en pragmatisme om de huidige crisis op te lossen.
4. De toekomst: koers naar werkelijk rendement
Het uitgangspunt blijft helder: een box 3-stelsel gebaseerd op werkelijk rendement, dat rechtvaardig, juridisch houdbaar en eenvoudig uitvoerbaar is. Dit kan en moet per 2028 worden ingevoerd. Tot die tijd is deze tijdelijke tussenoplossing de enige manier om de chaos te beperken en recht te doen aan de realiteit.
Conclusie en oproep
Wij roepen de VVD-fractie op om:
1. Het voorstel van de staatssecretaris tot verhoging van fictieve rendementen te verwerpen, omdat het juridisch en economisch onhoudbaar is.
2. Te kiezen voor een tijdelijke tussenoplossing die: o Spaargeld belast op werkelijk rendement tegen 36%;
o Overig vermogen belast met een directe vermogensbelasting van 0,5%. Met dit voorstel sluiten we aan bij de realiteit, voorkomen we verdere chaos en geven we burgers én de overheid de rust die nodig is om toewerken naar een toekomstbestendig systeem.
Met vriendelijke groet, Namens : Platform Klassiek Liberaal John T. Knieriem