Ondanks de zorgwekkende cijfers (in 2023 een verlies van 3,1 miljoen euro) en de onzekere toekomst blijft de Nederlandse visserij een belangrijke pijler van de economie, met een exportwaarde van 6,3 miljard euro in 2023. Vooral in kustplaatsen zoals Urk en Scheveningen speelt de visserij een grote rol. Daarnaast verwerkt en verhandelt Nederland veel vis voor de (interne) EU-markt, met landen als Duitsland, België, Spanje en Italië als voornaamste afnemers. Deze export vertegenwoordigt ongeveer 80% van de totale waarde. Nederland fungeert in dit aandeel als een ‘visdraaischijf’ in Europa, dankzij de gunstige geografische ligging en de goede infrastructuur[1]. Deze gunstige factoren zijn het waard om te koesteren, maar zoals kort aangestipt blijft de toekomst zorgwekkend met weinig investeringsmogelijkheden vanwege financieringsproblemen en concurrentie van importvis[2]
De grootste klap voor deze sector, met de zwaarste naweeën, is het verbod op de pulsvisserij, een van de meest innovatieve technieken van Hollandse bodem. Met deze vernieuwende vangsttechniek, waarbij platvissen (vooral tong) door stroomstootjes op de zeebodem worden opgeschrikt en in het sleepnet worden gedreven, experimenteerden Nederlandse vissers met toestemming van Europa succesvol. De techniek zorgt voor minder bodemberoering, lager dieselverbruik door lichter sleepwerk, minder bijvangst en selectiever vissen. Al vanaf het begin was duidelijk dat pulsvissen een zinvolle innovatie was voor de visserij en een belangrijke stap vooruit voor zowel visser als vis.
Door klachten en lobbywerk van Franse en Spaanse vissers ontstond echter een anti-Holland-sentiment in Europa. Volgens de Fransen was pulsvissen concurrentievervalsing, en de pulsvissers zouden alle tong voor de neus van anderen wegkapen. Onder deze druk besloot de EU in 2019 tot een algeheel verbod op pulsvisserij, vooral door Franse invloed, gebaseerd op zorgen die later ongegrond bleken te zijn.
De afgelopen jaren heeft Nederland hard gewerkt om pulsvisserij weer op de Europese agenda te krijgen vanwege de voordelen voor zowel economie als milieu. In 2021 stapte de toenmalige minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Carola Schouten, naar het Europees Hof van Justitie om het verbod terug te draaien. Ze stelde dat het besluit uit 2019 niet gebaseerd was op het beste beschikbare wetenschappelijke onderzoek[3]. Onderzoek toonde ook aan dat vissen met pulsnetten beter is voor de visstand dan sleepnetten aan wekkerkettingen, met minder bijvangst en minder schade aan de zeebodem.
Hoewel Schouten uiteindelijk gelijk kreeg, was de pulsvisserij toen al grotendeels ontmanteld, wat leidde tot een cynische en verdrietige nasleep. Het verbod door de Europese Unie was een harde klap voor de Nederlandse visserij. Veel vissers hadden flink geïnvesteerd in deze technologie, waardoor het verbod een zware financiële last vormde. Door het verlies van ongeveer tachtig schepen die gebruikmaakten van pulsvisserij was de impact op de sector aanzienlijk.
De gevolgen van deze terugslag en de algehele krimp zijn duidelijk zichtbaar. Vorig jaar sloot de visafslag in Den Helder, en een jaar eerder gebeurde hetzelfde in het Zeeuwse Breskens. Dit verlies aan bedrijvigheid leidt niet alleen tot het verdwijnen van banen, maar heeft ook een negatieve invloed op het sociaal-culturele leven in vissersgemeenschappen. Vergelijkbare drama’s spelen zich ook af in Urk, goed in beeld gebracht in de documentaire over visser Jan de Boer[4]. Na 34 jaar moest hij, samen met vele anderen, zijn bedrijf sluiten en zijn schip slopen. Hij gaf aan dat de overheid had kunnen helpen met brandstofcompensatie of geld voor innovatie, maar dat dit uitbleef, wat een extra nekslag betekende.
Is er dan toch nog hoop? Het hoofdlijnenakkoord spreekt duidelijke taal: een terugkeer van de pulsvisserij. Gesteund door de Tweede Kamer, die deze vistechniek wil herintroduceren nu er eindelijk wetenschappelijk bewijs is dat deze methode duurzamer is. Aan de Nederlandse inzet ligt het niet, maar het blijft moeilijk om, met wetenschappelijk bewijs in de hand, de andere lidstaten te overtuigen. De huidige Eurocommissaris, Sinkevicius, is al overtuigd; nu moeten de overige collega-bewindslieden nog overtuigd worden. Het probleem is echter dat ‘Brussel’ nog niet vergeten is dat de Nederlandse overheid destijds gesjoemeld heeft met cijfers om zoveel mogelijk vissers pulsvisserij te laten beoefenen[5]
Maar gezien de huidige schrijnende situatie is het tijd om de weeffout van het toenmalige kabinet te herstellen, zeker omdat Brussel zelf ook een fout maakte door pulsvisserij te beperken. De aangetoonde wetenschappelijke voordelen werden genegeerd, wat bijzonder kwalijk is, zeker nu de visserijsector in een financiële fuik is gezwommen door de vele investeringen die nodig waren voor pulsvisserij.
Al met al redenen om de krachttoer door Europa niet te staken, hoe cynisch ook, maar hier kunnen we veel van de Fransen leren: sta voor je eigen vissers. Het is tijd voor een eerlijk speelveld, door pulsvisserij in Nederland weer toe te staan zodat de visserijsector kan bloeien. Want met deze kille sanering brengt Nederland haar eigen voedselvoorziening- en veiligheid in gevaar. Dat uitgangspunt moet centraal staan in de strijd voor pulsvisserij.
Geschreven door Reinier Geerligs (voorzitter) en Ad Lagas (erelid)
[1] https://agrimatie.nl/PublicatiePage.aspx?subpubID=2526&themaID=2276§orID=3534#:~:text=De%20totale%20exportwaarde%20van%20visproducten,7%25)%20als%20belangrijkste%20exportmarkten.
[2] https://www.nu.nl/economie/6315009/vissers-hadden-het-zwaar-in-2023-mede-door-import-uit-scandinavie-en-azie.html?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F
[3] https://www.telegraaf.nl/financieel/1007821630/langdurig-onderzoek-geeft-pulsvissers-alsnog-gelijk-door-brussel-verboden-methode-is-juist-milieuvriendelijker
[4] https://visserij.nl/2023/03/14/reportage-hart-van-nederland-mijn-vissershart-bloedt/
[5] https://www.parool.nl/nederland/nederland-misleidde-brussel-om-pulsvisvergunningen~ba768c63/?referrer=https://www.google.com/